Jennifer Baarn is 41 jaar woont en werkt in Dar es Salam, Tanzania, als onderdirecteur van de SAGCOT Centre Ltd. SAGCOT, een publiekprivaat partnerorganisatie met vertegenwoordigers uit de overheid, ontwikkelingspartners en het bedrijfsleven. SAGCOT Centre heeft de verantwoordelijkheid om 3.2 miljard Amerikaanse dollars aan investeringen aan te trekken en te coördineren voor de Southern Highlands in Tanzania, een gebied dat bijna twee keer zo groot is als Suriname.
Hiervoor was zij Global Leadership Fellow en Associate Director het A New Vision for Agriculture programma van het World Economic Forum in Genève, Zwitserland. Zij heeft van 2000 tot 2008 gewerkt voor Rabobank International. Eerst in Utrecht en later op hun filiaal in London Engeland. Eerst als Manager (Associate) Food & Agribusiness Research en later als ,Associate voor de Fusie & Acquisitie Divisie. Ze heeft Bedrijfskunde gestudeerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
Wie is Jennifer nou precies?
Ik ben geboren en getogen in Paramaribo, op Friman Gron, dochter van Wilgo Baarn en wijlen Elfriede Baarn-Dijksteel. Ik heb op de Sint Agnes- en de Christus Koningschool gezeten. Ik was vijftien jaar toen ik naar Nederland vertrok, meteen na mijn Mulo eindexamen. Mijn moeder is twee jaar geleden overleden en was voorzitter van NAKS, daarvoor zat ze in het onderwijs. Mijn vader is van huis uit politieagent, maar zijn passie ligt bij podiumkunsten, muziek en toneel. Hij is ook directeur geweest van het Nola Hatterman instituut. Intellectueel is mijn moeder altijd mijn baken geweest. Ik zat reeds op jonge leeftijd vol vragen. Wat is een ster, waarom maakte Maria een kind met God en niet met Jozef, wat betekent meineed? Ze had op alles een antwoord. Van haar heb ik mijn liefde voor educatie meegekregen. Zij vond “het is je plicht om jezelf te onderwijzen en op basis van kennis van zaken je mening te formuleren”. Ze was ook heel sociaal bewogen en geloofde in het investeren in mensen. Zelfvertrouwen en geloof in eigen kunnen waren voor haar belangrijk. Mijn vader is meer de kunstenaar en mijn creatieve sparringspartner. Verder heb ik een broer, Gerley Baarn, en een pleegzus, Maritha Kitaman. We zijn verschillende persoonlijkheden, maar hebben een hele hechte band en zijn allemaal nog steeds actief op cultuurgebied. Mijn vader zijn familie is van Saramacca, mijn moeder haar familie is van Cottica. Ik voel me verbonden met al die plaatsen. Mijn familieleden zijn nog altijd traditionele Pernassi sma (plantagemensen…EA). De clan, onze grond en het bloed zijn heel erg belangrijk. Natuurlijk zijn er weleens wrijvingen, maar als het erop aankomt laten we elkaar niet los, voor niks en niemand niet. Ik denk dat onze religieuze en culturele beleving een grote rol daarin speelt. We zijn het aan onze bigisma’s verplicht.
Wat zijn jouw familie normen en waarden?
“Ik ben geboren in een familie van artiesten. Podiumkunsten waren al vanaf ik kon praten en lopen ingebed in mijn leven. Ons huis was altijd een opslagplaats voor instrumenten, scripts, muziek en toneelattributen. NAKS (Na Afrikan Kulturu fu Sranan) en het Nola Hatterman instituut voor beeldende kunst, tussen die twee instituten ben ik opgegroeid. Ik besef dat het een privilege was om met mijn karakter in dat gezin terecht te komen. Ik ben een dromer, een dichter, ik schreef al op jonge leeftijd gedichten. Op mijn tiende publiceerde ik mijn eerste gedicht, het ging over vrijheid en was in het Sranan. Ik werd door mijn ouders ook uitgedaagd om dat stukje te ontwikkelen. In Nederland heb ik nog als tiener bij theatergroep De Nieuwe Amsterdam gezeten. Theater en voordracht hebben me zeker zelfvertrouwen gegeven in presentatie en het omgaan met mensen. Vorig jaar heb ik in een kleine oplage een gedichtenbundel uitgegeven. Ik weet zeker dat er nog meer zullen volgen”.
Je komt uit een gezin dat culturele ontwikkeling hoog houdt, in welke mate heeft die vorming invloed gehad/heeft op jouw “eigen zijn”?
“Mijn geloof is winti. Ik geloof dat mijn voorouders mij beschermen. Ik geloof dat ik de plicht heb om in harmonie te leven met mijn yeye, mijn naasten en mijn omgeving. Alla san na bun sani, niets gebeurt zomaar en je moet alles aangrijpen om weer tot harmonie te komen. Ik ben een kind van Naks, ik heb geleerd san na mi sani. Ik kan mijn eigen angisa binden, mijn eigen swit watra maken. Of ik nu in Sao Paolo wakker word of Mumbai, het eerste geluid dat ik elke zondagmorgen hoor is kawina. Als je onze geschiedenis echt kent als Surinamer, dan kan je niet anders dan onze culturele erfenis waarderen, want het staat voor een enorme overlevingskracht van onze voorouders. Ze konden niet lezen en schrijven. Hun verhaal is vastgelegd in onze muziek, kleding, eten en rituelen. Ik mag dat nooit verloochenen, ik ben schatplichtig aan de duizenden Afrikanen op de bodem van de oceaan, de miljoenen gezinnen die uit elkaar zijn gerukt. Respect voor het eigene, daarmee dwing je ook bij anderen respect af. Maar mijn culturele ontwikkeling was breed, ik vierde ook elk jaar paghwa, diwali en bodo. Je realiseert je dat verschillende culturen invloed hebben op elkaar, iets herkenbaars hebben en ook met de tijd veranderen. Je kan je als mens dus ook niet verstarren, je moet openstaan voor nieuwe ontwikkelingen, zolang het respect maar blijft. Mi na kulturu sma, maar ik ben in het dagelijks leven heel nuchter. Ik verschuil me niet achter hebi’s, winti’s en sieraden. Jennifer is verantwoordelijk voor de keuzes in haar leven en alles wat ze anderen aandoet. Mijn bigisma’s zijn er slechts om mij daarin te begeleiden. En toch als mensen mij vragen; “ waarom woon je in Afrika”, zeg ik eerlijk, na a Agida kar mi kon. Natuurlijk is het een mooie stap in mijn carriere, maar ik ben ervan overtuigd dat mijn komst hier voorbestemd was. Misschien ben ik wel hier om iets goed te maken dat eeuwen geleden kapot is gemaakt en dat heb ik met beide handen aangegrepen.”
Wat is jouw visie op persoonlijke ontwikkeling en op het leven in het algemeen?
“Niemand is perfect en als mens maak je elke dag fouten, maar integriteit is niet te koop. Als mens moet je principes hebben, instaan voor bepaalde morele waarden en proberen die na te leven in alles wat je doet. Opo yu yeye ma no saka yu kra (verhef je geest, maar verloochen je ziel niet). Het is mijn lijfspreuk, en de basis voor mijn geloofsovertuiging. Ik mag mijn geest voor heel veel openstellen, nieuwe zaken uitproberen en van het leven genieten, maar ik heb een grote verantwoordelijkheid om mijn kra, dat stukje goddelijke in mij niet kapot te maken.”
Je zegt dat er geen standaardformule bestaat voor het leven, dat onderwijs maar een klein gedeelte is en dat talent, onderwijs en macht, verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Kun je dat uitleggen?
“Het echte leren is voor mij pas na de universiteit begonnen. Je bent schatplichtig aan de gemeenschap waaruit je bent voortgekomen. Op mijn 16e las ik The miseducation of the Negro van mensenrechtenactivist Carter G. Woodson. Hij wijdde zijn leven aan het verbeteren van de levensomstandigheden van Afro-Amerikanen. Zijn boodschap was heel duidelijk: “Als jouw talent en educatie niet worden aangewend voor verbetering van de levensomstandigheden van je familie, naasten en gemeenschap, dan is het een pure verspilling”.
Think global, act local. Wat bedoel je daarmee?
“Het is belangrijk een passie te hebben. Iets dat je vol enthousiasme wilt bereiken. Maar passie vereist discipline, anders heb je geen resultaten. Het vereist ook visie, anders heb je geen focus. Het is ook belangrijk dat je voor jezelf formuleert wat je bijdrage is in het grotere geheel. Zeker in deze tijden van nieuwe media zit de kracht in het bouwen van netwerken met gelijkgezinden wereldwijd. Als Suriname hebben we de wereld zoveel te bieden. Ik heb vorig jaar samen met een environmentalist van het World Economic Forum een roadtrip gemaakt in Suriname, langs projecten en plaatsen waar er een spanningsveld heerste tussen cultuur, economische welvaart en milieubeheer. Hoe gaan Surinamers die dicht bij de natuur staan hiermee om, zeker wanneer het gaat om zorgen voor inkomsten? We zijn onder andere naar de houtbewerkers van Totomboti in Pikin Slee geweest, hebben de inheemse vrouwen van Kalabaskreek bezocht en hebben grote en kleine landbouwers in hun velden gesproken. Maar we zijn ook bij goudwinners geweest om te praten over hun visie op de natuur. Het is een prachtige foto reportage geworden die een publicatie waard is. We willen op bescheiden wijze via ons wereldwijde netwerk het verhaal van deze projecten en mensen verspreiden. Hopelijk krijgen anderen interesse om met deze programma’s samen te werken”.
Je gelooft in constante groei en zelfreflectie.
“Ja. In 2008 werd ik aangenomen voor het global leadership fellow programma van het World Economic Forum in Geneve. Met 30 jonge professionals in uiteenlopende disciplines heb ik drie jaar lang een intensief leiderschapprogramma gevolgd, een combinatie tussen werken en leren. We gingen langs de belangrijkste universiteiten en hebben praktisch alle wereldleiders ontmoet. Ik heb een ding geleerd. Wees ook open en eerlijk over je zwakheden. Het is de eerste stap om jezelf sterker te maken. Ik ben altijd te laat, ben een workaholic, vergeet en vergeef niet gemakkelijk en ben een micromanager. In mijn hoofd is het vaak een chaos van ideeën, maar ik stel hoge eisen aan mezelf en anderen. Ik heb ook een passie en energie die aanstekelijk is en ik sta achter mijn mensen. Balans aanbrengen in al die kanten van jezelf is de uitdaging.”
Jennifer Baarn in London
Wie zijn jouw belangrijke voorbeelden qua levenshouding?
“Ik heb heel veel rolmodellen, zeker binnen mijn familie. Niemand is perfect, maar ik bewonder veel van mijn neven en nichten voor hun doorzettingsvermogen iets van hun leven te maken en hun toewijding aan hun kinderen en de familie. Mensen als Edgar Cairo, Gerrit Barron, Henk Tjon, Ron Flu en James Ramlal zijn mijn goeroes. Ze hebben, naast mijn familie, als kind mijn geest gevormd en mijn Surinamer zijn bepaald. Ze geloofden in een Surinaamse identiteit waarin we kennis hadden over onszelf en ons tot op het bot verantwoordelijk voelden fu seti kondre bun. Door mijn opvoeding heb ik geleerd dat investeren in kennis, mensen en ervaringen een belangrijke basis is. Mensen die roepen dat ze nooit racisme hebben gekend weten gewoon niet wat het betekent. Racisme, seksisme, kolonialisme, ze zijn zo ingebed in onze denkwijze en maatschappelijke structuren dat je er, openlijk of bedekt wel altijd mee te maken hebt. Ik ben een zwarte vrouw, die al heel jong opmerkelijke posities heeft gehad. Ze hebben het me niet altijd gemakkelijk gemaakt. Maar, I am in it for the long run. Als ik naar de geschiedenis van mijn mensen kijk en de ontwikkeling van zaken zoals vrouwenemancipatie dan besef je dat het in de toekomst alleen maar beter met ons zal gaan”.
Jouw carrièrekeuze. Hoe ging dat?
“Cultuur was thuis bij ons ‘liefdeswerk’. Maar ik ben geen kunstenaar, als kunstenaar moet je durven jezelf te verliezen en onconditioneel in je passie geloven. Ik ben daar te risico-avers, te calculerend voor. Toen ik ouder werd, raakte ik meer geïnteresseerd in fondsenwerving, de financiële kant van zaken. Daarom besloot ik bedrijfskunde te studeren. Ik ben bankier geweest, acht jaren bij de Rabobank, in Utrecht en London. Een mooie, maar ook uitdagende tijd. Vlak voor het begin van de financiële crisis in 2008 verhuisde ik naar Geneve. In London kreeg ik veel meer interesse voor Afrika. Het continent is mijn historische bakermat, ik heb in Engeland studies gevolgd over Afrika en de wereldgeschiedenis, cultuur en economie. Maar de andere drijfveer voor mijn interesse is het feit dat het een opkomende markt is. De economische groei op het continent is indrukwekkend, ondanks tegenslagen is het optimisme voelbaar. In de huidige financiële malaise zijn veel ogen op Afrika gericht. Ik wilde betrokken zijn bij het verwezenlijken van die potentie”.
Wat houdt jouw nieuwe baan bij SAGCOT in?
De Southern Highlands in Tanzania is een prioriteitgebied voor de ontwikkeling van de Agrarische sector, maar het gros van de investeringen zal in infrastructuur zijn. Bij
SAGGOT zijn we reeds succesvol geweest in het aantrekken van multinationals en locale bedrijven die hun bedrijfsmodellen willen uittesten als voorloper op serieuzere investeringen. Ons programma focust zich ook op duurzame ontwikkeling. Milieubeheer en de economische integratie van de lokale bevolking is essentieel. Voor mij is dit het meest interessante aspect. Hoe zorg je ervoor dat ook lokale dorpen en boeren hiervan profiteren, als kleinschalige ondernemer, werknemer of consument. Uiteindelijk moet de regio 1.2 biljoen Amerikaanse dollars aan landbouwinkomsten genereren. We zijn nu druk bezig om een apart investeringsfonds van 50 tot 100 miljoen Amerikaanse dollars op te zetten om opkomende agrarische bedrijven te ondersteunen. Het is pittig, maar een unieke kans om een andere aanpak voor duurzame investeringen te bewerkstelligen”.
SAGCOT (Southern Agriculture Growth Corridor of Tanzania)
Wonen zover van huis, wat betekent dat?
“Mi na wakaman. Ik heb in Nederland gestudeerd en een tijdje in New York, de Verenigde Staten. Ik heb in London gewoond, in Zwitserland en nu in Tanzania. Ik heb meer dan veertig landen bezocht in de afgelopen acht jaar, veelal in Afrika. Ik reis vaak alleen, voor werk of vakantie, en ga gewoon op in het lokale leven. Mijn Surinaamse kant maakt het reizen soms gemakkelijk, Azië, Europa, Afrika…Ik herken allemaal stukjes Suriname. Soms is mijn leven inderdaad onrustig. Thuis is voor mij nog altijd mijn ouderlijk huis op Frimangron…alleen daar staat alles stil. Als je zo ver van huis bent, is het des te belangrijker om stevig in je schoenen te staan over datgene waar je voor staat en je eigen identiteit. Ik ben niet iemand die verlangt naar een pindasoep om mijn heimwee te stillen. De kunst is om, waar je ook bent, datgene op te bouwen wat je als mens altijd sterk maakt. Een vriendenkring waar je op kan terugvallen, een levendige cultuur, plezier in je werk en elke zondagochtend een stevige kawina. Aan de andere kant, ik ben niet fysiek in Suriname, maar er wel dagelijks mee bezig. In deze tijd van Facebook en Skype is afstand niet altijd een barrière. Ik kan alles volgen wat er in Suriname gebeurt.”
Hoe is het wonen in Afrika?
“De balans die ik in Europa had is hier weg. Ik ben een Mzungu (een witte, een buitenlander), maar wel eentje met een Afrikaans uiterlijk. Ik heb nog veel koloniaal gedachtegoed in me merk ik, maar dat kan ook niet anders als je naar ons onderwijs systeem kijkt. Ik heb vertrouwen dat met deze ervaring die balans weer terugkomt. Dat is persoonlijke groei. Ik vind dat niet erg dat mensen mij niet altijd weten te plaatsen. Ik ben Surinamer, Amsterdammer, Afropolitan, Afrikaan in diaspora. Die 300 jaar slavernij die mij voorouders uit dit continent hebben gehaald, onze Surinaamse dekolonisatie, mijn persoonlijke ervaringen in Europa en elders, het heeft mij allemaal gevormd.
Het geeft mij leefrecht op al de continenten waarop ik heb gewoond. Misschien, leer ik hier hoe ik ooit weer in Suriname kan wonen.
Kom je ooit weer permanent wonen in Suriname dan?
“Of ik terugkom naar Suriname..ik ben in mijn hoofd nooit vertrokken. Hahaha. Zeg nooit nooit, ik verhuis nog steeds elke 3-5 jaar. Maar er zou geen barrière moeten zijn om vanuit mijn positie en woonplaats iets voor Suriname te betekenen. We zitten als Surinamers overal, in Tanzania zitten er 4, maar we doen niet genoeg met dat wereldwijde netwerk. Dat is heel erg jammer”.
Tot slot, wat is jouw boodschap aan andere jonge (Surinaamse) vrouwen?
“Wan uma no habi fadon…., niet op het gebied van relaties, opvoeding, niet op het gebied van onderwijs of werk. Efu yu fadon no tan didon de, zongen de vrouwen vroeger. Als je faalt, laat het je niet consumeren, en neem het niet aan als je identiteit. Heb zelfvertrouwen en opo tenapu wanten. Wees realistisch maar positief over Suriname. Onderdruk de neiging om steeds negatief over Suriname te praten, zoek naar oplossingen waaraan je zelf een bijdrage kan leveren. Onze problemen zijn echt niet uniek, de oplossingen ook niet. We kunnen ook niet verwachten dat de overheid alles zal oplossen. Un no broko makandra saka. Vaderlandse liefde betekent dat je elke mede-Surinamer behandelt alsof ze het meest kostbare stukje bezit zijn van Suriname. Heb het land lief, je natuurlijke omgeving lief. Ik snap niet dat mensen hun eigen omgeving achteloos vervuilen. Identificeer je bigisma’s. Zoek in elke fase van je leven bewust volwassen mentoren en rolmodellen. Zeg het die mensen ook, dat ze belangrijk voor je zijn. Ik heb nog steeds een heel goed contact met verschillende managers in mijn leven. Omring je met mensen die het beste uit je naar boven halen, ik heb geweldige familie leden en vrienden die mij poweren. Omgekeerd geld ook, kap resoluut met mensen die het slechtste in je naar boven halen. Je hoeft niet onbeleefd te worden of wrok te koesteren wanneer mensen je teleurstellen, ma no tan pina yu yeye.”
Dit interview is afgenomen en geschreven door Titinbo E. Aviankoi voor De Ware Tijd Suriname.
Jennifer is Keynote spreker bij de komende UMA! conferentie. Bekijk het programma en klik om je aan te melden voor de UMA! Conferentie 2015 in Suriname.
Wil je ons initiatief steunen Like dan onze UMA! Facebook Page
Voor informatie over de roadtrip van Jennifer Baarn en Brindusa Fidanza in Suriname ga naar http://rootsjourneys.blogspot.com/p
SAGCOT staat voor Southern Agriculture Growth Corridor of Tanzania