Zo luidde enkele jaren geleden een kop van een column uit het NRC. Uiteraard kon ik het niet laten het artikel te lezen in de hoop te ontdekken waarom ik niet van fietsen zou houdenfietser.
De schrijfer vroeg zich af waarom er geen mensen van Afrikaanse komaf vertegenwoordigd waren in de wielersport. Volgens hem lag het niet aan het feit dat het een te hoogdrempelige sport zou zijn. Behalve een fiets, die helemaal niet duur hoeft te zijn, is er namelijk weinig voor nodig. In tennis, een veel duurdere sport zijn er immers wel zwarten vertegenwoordigd. Ook twijfelde hij niet aan het feit dat we genoeg talent hebben. Niet alleen zijn Afro-Afrikanen in elke andere vorm van atletiek meer dan goed vertegenwoordigd, hij was er zelfs getuige van.
Toen hij eens trainde in Zuid Afrikavoor de tour de France, kwam er zomaar uit het niets een jonge vent naast hem fietsen. Deze hield hem schijnbaar moeiteloos bij. Even dacht hij dat de getalenteerde jongeman hem in de maling wilde nemen, toen hij erachter kwam dat het om een fietskoerier ging, die zich niet eens bewust was van z’n eigen talent. Erg onder de indruk zette dit gebeuren de columnist aan het denken.
Eindelijk kreeg hij de gelegenheid om het te onderzoeken. Dit keer was hij in Nederland aan het fietsen toen er wederom een man van Afrikaanse kom af, hem moeiteloos scheen bij te houden. Hij greep zijn kans, legde zijn gedachte gang uit en vroeg aan deze donkere fietser “waarom zien we jullie niet in de wielersport? O, antwoordde de jongeman “Negers houden niet van fietsen” en fietste vrolijk, in rap tempo verder.
raceHoewel fietsen voor mij een practisch en vaak efficient middel is om van a naar b te gaan, houd ik inderdaad niet van fietsen. In Amsterdam was het veel practischer en efficienter om op de fiets naar college te gaan, dan op de tram te wachten en ook nog 2 keer over te stappen. Eigenlijk vond ik het ook best leuk als ik snel ergens moest zijn. Of het nu ging om een terrasje pakken in de zomer, dansen in Paradiso of sporten bij de UVA. Maar als om verre lange fietstochten ging, heb ik altijd bedankt en sinds het artikel zei ik “heb je de krant niet gelezen? Wij houden niet van fietsen.”
Jammer genoeg kan ik deze een flauwe smoes sinds kort niet meer kan gebruiken. Via NPR (National Public Radio) hoorde ik dat de eerste Afro-Amerikaanse sportman die internationale bekendheid verwierf, een fietser was. Fietsen was pas een nieuwe sport en de Tour de France bestond nog niet, toen Major Taylor het internationale prof. wielercircuit domineerde. Ondanks wetten die zwarten verboden mee te doen aan de nationale kampioenschappen in Amerika, won hij het wereldkampioenshap sprinten in 1899. John Major, bijgenaamd black cylco, fietste met zo een $10.000 per jaar een fortuin bij elkaar in een tijd dat fietsen nog populairder was dan basketball en basball.
Een indrukwekkend en inspirerend verhaal, maar helaas we zijn weer terug bij af. Waarom zien we niet meer kleur in de wielersport en wat moet ik nu zeggen als ik wordt gevraagd om gezellig een paar kilometer mee te gaan fietsen? Mijn haar gaat in de war werkt ook niet sinds ik het kroes draag.