Vroeger toen ik op Ameland woonde had ik er al een moeizame relatie mee, met toeristen. Overigens werden ze daar badgasten genoemd, mooie naam, en de Amelanders leken hen met nog meer reserves te bekijken. Het is ook niet niks natuurlijk.
Blog geschreven door Alan Tijseling – Foto: Guillo Grant
Met tienduizenden tegelijk overspoelen ze in de zomer je eiland, marcheren overal naar binnen, doen alsof alles van hun is en als het een beetje uit de hand loopt dan proberen ze ook nog je vrouw in dr billen te knijpen. En jij moet maar doen alsof je het normaal en eigenlijk zelfs geweldig vindt want de burgemeester, zeg maar de DC, legt keer op keer op de radio uit dat toerisme van levensbelang is voor het eiland. Laten we eerlijk zijn, de meeste mensen die in het toerisme werkzaam zijn zien dolgraag toeristen met een volle portemonnee komen maar zien ze nog liever met een lege verdwijnen. Nu is het ook weer niet zo dat ik een hekel heb aan toeristen, ik ben er zelfs een paar keer bijna met eentje getrouwd maar toch, ik hou zo mijn bedenkingen. Momenteel ben ik zelf natuurlijk een soort van toerist, in Botopasi. Al denken de Botopasianen daar weer anders over. “Je komt hier al zo lang en zo vaak Alan, dat doen toeristen niet hoor, die lopen een keer door het dorp en zien we nooit weer terug. Bovendien ben jij patient!” Dat laatste daar valt natuurlijk geen speld tussen te krijgen. Ik vind het hier reuze gezellig maar ben hier niet voor mijn lol.
Vanochtend lag ik relaxed na mijn ochtend work out in mijn huisje, ik wilde gaan baden dus de pangi was naar beneden. Nu is de eigenlijke functie van de pangi om aan te duiden dat er een patient in het huisje zit maar daar is iedereen inmiddels wel achter. Zo’n grote witte man die op krukken door het dorp heen hobbelt valt nu eenmaal op. De pangi functoneert nu vooral als privacy code voor mijn vrienden Baba (8), Chenizia (5) en Pepe (3). Pangi opo is storm maar binnen, alles mag. Pangi tapu is buiten blijven! Nu werkt dat systeem niet altijd vlekkeloos waar door gister hun weliswaar keurig vrijgezelle maar anderszins wat minder keurige tante met een gilletje onder mijn laken dook omdat Chenizia code pangi tapu weer even vergat. Dit terzijde. Vanochtend dus lag ik heerlijk op mijn gemak achter de gesloten pangi toen ik ze van verre al aan hoorde komen, echte authentieke Hollandse toeristen.
“Oh kijk Henk een haan! En nog een!”
“Ja dat komt ze hebben hier geen honden.” “Hoe weet jij dat nou weer. Hij moet het weer beter weten hoor. Ben je hier soms eerder geweest?” “Nee Ingrid dat zei de bootsman daar straks. Luister dan ook eens als er iets wordt gezegd maar jij kwettert alleen maar.” Ik verstijf in mijn huisje, Lord have mercy, Henk en Ingrid in de bush op nog geen drie meter afstand van me. Alleen een nest labaria’s is erger. Ik krijg net als tante de neiging om het laken over mijn hoofd te trekken maar bedenk dan dat de pangi naar beneden hangt. Dat Baba, Chenizia en Pepe code pangi tapu wel eens vergeten is logisch, daar zijn het kinderen voor. Van volwassenen, ongeacht de nationaliteit, mag je verwachten dat ze de privacy van een neergehangen doek, ongeacht de kwaliteit van de stof, respecteren. Toch?
Nee hoor, dus niet. Niet van toeristen en zeker niet van Hollandse toeristen die vallen onder de vreselijke marketingterm ‘actieve 60-plussers’. Ik hoor de voetstappen dichterbij komen en terwijl ik denk het zal toch niet, zwaait de pangi omhoog. Henk en Ingrid, beide op stevige wandelschoenen, in broek met afritsbare pijpen en met een hip Hans Anders gezondheidsmontuurtje (twee voor de prijs van een) op hun hoofd staren onbeschaamd en ongegeneerd naar binnen. Aangezien ik vind dat ik gewoon thuis ben staar ik nog onbeschaamder terug. Ingrid knijpt Henk in de arm. “Henk kijk, het is een blanke!” Voor Henk iets terug kan zeggen vind ik dat het welletjes geweest is. “Ja, het is wit en het praat Nederlands. Kunnen jullie me nu even uitleggen wat jullie gvd in mijn huis doen?” Henk is blijkbaar ook van de assetieve afdeling en reageert met nou zeg je hoeft niet onvriendelijk te doen, maar daar heb ik nu dus wel even zin. “Vertel eens eco-kabouter, als ik bij jou in je Vinex wijk door je voortuin dender en mijn neus plat druk tegen je dubbele beglazing wil je dan beweren dat je niet 06-11, de buurtwacht, je regionale omroep en de trauma helicopter bij elkaar gilt? Stelletje seniore mafkezen!
De pangi valt net zo abrupt naar beneden als ie omhoog ging en de actieve 60-plussers nemen de benen. “Die vent is gek Henk, helemaal gestoord! De omgekeerde wereld van de toerist met een bord voor zijn kop, je dringt ongevraagd mijn huis binnen en ik ben gestoord. Ik vind het jammer dat het jachtgeweer van neef Marki niet bij me binnen ligt. Een schot hagel er achter aan had het helemaal af gemaakt. Ver boven hun hoofd, dat dan wel weer. Enfin, eind goed, al goed zult u denken. Wel, niet helemaal want je hoeft natuurlijk niet over een voorspellende gave te beschikken om te snappen dat er morgen of overmorgen twee actieve 60-plussers in de stad terug keren. “Nou dat binnenland hier is gewéldig zeg, en ook zo groen! Maar in bootoopaasie zijn ze wel wat onvriendelijk.” En dat klopt dus niet. Alleen de witte mensen in Botopasi zijn onvriendelijk. Witte mensen met een gloeiende hekel aan opdringerige toeristen.
Met dank aan Alan Tijseling van wie ik dit mocht re-bloggen. Kun jij ook goed schrijven en will je graag jouw bijdrage leveren, stuur ons een mailtje. We staan ook open voor tips als je iets leuks hebt gelezen, laat ons het weten.
Shop Haarproducten voor Kroeshaar en Krullend Haar